Belanghebbende gaat tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 30 juni 2016, nr. 15/00781 in cassatie. Het ging hier om de aan de belanghebbende over de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting en de daarbij gegeven boetebeschikking.

Belanghebbende heeft in haar conclusie na verwijzing en in haar pleitnota voor het Hof, ter onderbouwing van haar stelling dat de vergrijpboete niet in stand kan blijven, beargumenteerde stellingen naar voren gebracht die zij niet eerder heeft aangevoerd. Het Hof heeft in zijn uitspraak geen aandacht besteedt aan deze nieuwe ingebrachte stellingen. Hierdoor heeft het Hof zijn motiveringsplicht verzuimd.

De uitspraak wordt vernietigd alleen voor zover deze betrekking heeft op de eerder opgelegde vergrijpboete.

Hoge Raad 10 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:387

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:387