Aan belanghebbende zijn diverse naheffingsaanslagen loonheffing met verzuim- en/of vergrijpboetes opgelegd. In eerste aanleg zijn de beroepen van belanghebbende grotendeels ongegrond verklaard. De bestuurder en aandeelhouder van belanghebbende heeft inmiddels een ‘FSV-brief’ van de Belastingdienst gekregen waaruit blijkt dat hij in de FSV-lijst was opgenomen. In hoger beroep wordt duidelijk dat de bestuurder 400 blauwe enveloppen heeft ontvangen en meer dan 100 bezwaren heeft ingediend.

Het hof merkt ter zitting op dat de omstandigheid dat de bestuurder 400 blauwe enveloppen heeft ontvangen en meer dan 100 bezwaarschriften heeft ingediend, vraagt om overkoepelend overleg. Er is sprake van cumulatie van de FSV-lijst met de toeslagenaffaire.

De inspecteur zegt op zitting toe de naheffingsaanslagen loonheffing te zullen vernietigen omdat de feiten en omstandigheden zoals die naar voren komen in het verhaal van de bestuurder vragen om een oplossing. Zodoende is alleen nog de proceskostenvergoeding in geschil. Belanghebbende verzoekt integrale proceskostenvergoeding van ruim € 42.000 voor alle bezwaren, beroepen en klachten die zijn ingediend (dus niet alleen de kosten voor de onderhavige zaak).

Het hof overweegt dat sprake is van bijzondere omstandigheden om van het forfaitaire tarief af te wijken. Daarbij merkt het hof op dat anders dan in het arrest HR 10 december 2021, nr. 20/02304, ECLI:NL:HR:2021:1748 het gaat om naheffingsaanslagen die zijn gebaseerd op correcties waarvoor de inspecteur de bewijslast draagt. Nu het grootste gedeelte van de kosten betrekking heeft op de onderhavige zaak, stelt het hof de vergoeding voor beroepsmatige rechtsbijstand vast op € 25.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 januari 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:488.