De inspecteur heeft belanghebbende uitgenodigd tot het doen van aangifte inkomstenbelasting 2017. Belanghebbende heeft hier geen gehoor aan gegeven, waardoor de inspecteur belanghebbende heeft herinnerd en aangemaand. Vervolgens heeft de inspecteur ambtshalve de aanslag alsmede een verzuimboete opgelegd. Hiertegen heeft belanghebbende bezwaar gemaakt, waarna belanghebbende alsnog een papieren aangifte heeft ingediend. In de uitspraak op bezwaar is hieraan gedeeltelijk tegemoetgekomen, de verzuimboete is echter volledig in stand gebleven.

In geschil is of de verzuimboete terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.

De Rechtbank benadrukt dat een verzuimboete niet juist is opgelegd, wanneer een belastingplichtige de aanmaning tot het doen van aangifte niet op het adres heeft ontvangen, niet is aangeboden of belanghebbende niet heeft bereikt. De inspecteur heeft aan de hand van het uittreksel adresgegevens en het feit dat de brieven niet onbestelbaar retour zijn gekomen aannemelijk gemaakt dat de brieven naar het juiste adres zijn verzonden.

Belanghebbende slaagt er niet in dit te ontkrachten. Zodoende is de Rechtbank van oordeel dat de verzuimboete terecht aan belanghebbende is opgelegd. Daarnaast heeft belanghebbende geen geslaagd beroep gedaan op afwezigheid van alle schuld.

In dat verband heeft belanghebbende aangevoerd dat haar financiële situatie problematisch is. Als gevolg hiervan zou zij vergeten zijn de aangifte te doen. Volgens de Rechtbank maakt dit niet ongedaan dat belanghebbende de vereiste zorg niet heeft betracht om te voorkomen dat het verzuim zou worden begaan.

Ten aanzien van de straftoemeting heeft belanghebbende inkomensgegevens overgelegd waaruit blijkt dat haar inkomen nabij het niveau van bijstandsgerechtigden bevindt. De Rechtbank vermindert de boete van € 369 tot €50.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2020:3485