Een klant houdt al lange tijd een rekening aan bij de ABN AMRO. In het kader van het cliëntenonderzoek verzoekt de bank aan de cliënt het ID-bewijs opnieuw online aan te leveren. Naar aanleiding daarvan verstrekt de klant een foto van haar ID-bewijs, waarbij op de voor- en achterzijde van het ID-bewijs plakband is aangebracht met daar op de tekst ‘ABN AMRO’. Daarnaast is het BSN afgeplakt. Omdat de bank meent dat hiermee het identificatieproces niet goed is doorlopen, leidt dit uiteindelijk tot een klacht bij de bank en later bij de Geschillencommissie van het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).

De Geschillencommissie heeft in eerste aanleg overwogen dat het de bank wel is toegestaan om een foto of scan van het onbewerkte identiteitsdocument van de consument op te vragen voor identificatie- en verificatiedoeleinden, maar dat zij die foto of scan niet onbewerkt mag vastleggen en bewaren. Dit zou namelijk in strijd zijn met het beginsel van minimale gegevensverwerking. De bank zou volgens de geschillencommissie in ieder geval de pasfoto moeten afschermen en een watermerk moeten aanbrengen.

In beroep onderschrijft de Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening het oordeel van de Geschillencommissie dat het opvragen van een onbewerkt identiteitsdocument noodzakelijk is om de echtheid van het document (via een geautomatiseerd proces) te kunnen controleren. Ten aanzien van de bewaarplicht die banken hebben op grond van artikel 33 Wwft overweegt de Commissie van Beroep dat deze betrekking heeft op alle documenten en gegevens die de bank heeft gebruikt in het kader van het cliëntenonderzoek. Dat betekent dat het identiteitsbewijs dat is gebruikt in het proces van verificatie en identificatie, met daarop een herkenbare (en dus niet bewerkte) pasfoto, moet worden bewaard.

De Commissie overweegt verder dat zowel het opvragen van een foto of scan van het ID-bewijs als het vastleggen en bewaren daarvan, de verwerking van een persoonsgegeven is zoals bedoeld in de AVG. De bank heeft de foto opgevraagd ten behoeve van het cliëntenonderzoek waardoor sprake was van verwerking met het oog op identificatie. Ook het vastleggen en bewaren van het ID-bewijs met foto vindt volgens de Commissie plaats met het oog op identificatie. Het bewaren van het onbewerkte identiteitsdocument heeft immers (onder meer) tot doel om aan te tonen dat dit cliëntenonderzoek heeft plaatsgevonden overeenkomstig de wettelijke eisen. De Commissie is daarom van oordeel dat sprake was van een toereikende grondslag voor het opvragen van een onbewerkt identiteitsdocument door de bank. Verder is het bewaren van het onbewerkte identiteitsdocument door de bank noodzakelijk, omdat aan de hand daarvan de toezichthoudende autoriteiten kunnen vaststellen of de wettelijke verplichtingen in het kader van het cliëntenonderzoek zijn nageleefd.

De Commissie oordeelt dat de bestreden beslissing niet in stand kan blijven. De bank was bevoegd om een onbewerkte kopie van het ID-bewijs op te vragen, te verwerken en op te slaan op grond van de Wwft.

Kifid, Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening, 21 februari 2023, nr. 2023-0004

https://www.kifid.nl/kifid-bank-mag-onbewerkte-kopie-van-id-bewijs-opvragen-verwerken-en-vastleggen/