Belanghebbende is strafrechtelijk veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie, grootschalige georganiseerde illegale gokactiviteiten, witwassen en belastingfraude. In de onderhavige belastingzaak zijn de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslagen inkomstenbelasting en kansspelbelasting in geschil. De vraag is of belanghebbende inhoudingsplichtig is voor de kansspelbelasting en inkomen heeft genoten uit illegale gokactiviteiten in de jaren 2012 t/m 2016.

Rechtbank Gelderland acht de verklaring van belanghebbende dat hij geen inkomen heeft genoten niet geloofwaardig. Alleen al uit de in beslag genomen eigen administratie van belanghebbende blijkt volgens de rechtbank dat de opbrengsten van de illegale gokactiviteiten in de jaren 2012 t/m 2016 € 1.508.000 bedroegen. Gelet op de bewezenverklaring van Rechtbank Overijssel in de strafzaak, is aannemelijk dat het winstaandeel van belanghebbende minimaal 50% is geweest. Dit betekent dat op basis van de eigen administratie van belanghebbende in de voorliggende jaren een winst is genoten die het aangegeven negatieve resultaat uit werk en inkomen in aanzienlijke mate heeft overtroffen. De rechtbank acht aannemelijk dat belanghebbende zich bewust was van dit tekort en dat daardoor een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden geheven. Dit leidt volgens de rechtbank tot de conclusie dat belanghebbende niet de vereiste aangifte heeft gedaan en dat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard.

De rechtbank is verder van oordeel dat de inspecteur de (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting heeft gebaseerd op een redelijke schatting. De inspecteur heeft de belastingaanslagen gebaseerd op het proces-verbaal van wederrechtelijk verkregen voordeel en de daaraan ten grondslag liggende bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek.

De rechtbank heeft in de zaken van het samenwerkingsverband geoordeeld dat het samenwerkingsverband inhoudingsplichtig is voor de kansspelbelasting en heeft de aan het samenwerkingsverband opgelegde naheffingsaanslagen in stand gelaten. Naar het oordeel van de rechtbank kan belanghebbende niet tegelijkertijd zowel persoonlijk en als samenwerkingsverband inhoudingsplichtig zijn voor de kansspelbelasting. Gelet daarop zal de rechtbank de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslagen vernietigen en het beroep tegen deze aanslagen gegrond verklaren.

De rechtbank verklaart het beroep daarom deels gegrond. De naheffingsaanslagen inkomstenbelasting blijven in stand, terwijl de naheffingsaanslagen kansspelbelasting worden vernietigd.

Rechtbank Gelderland 6 februari 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:1064

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2024:1064