De officier van justitie maakt in een brief van 12 mei 2023 aan verdachte kenbaar dat de strafzaakzaak wordt geseponeerd. In de brief staat dat de zaak daarmee is afgedaan, tenzij de officier van justitie deze beslissing op grond van nieuwe feiten en omstandigheden moet herzien. Vervolgens gaat het OM toch over tot vervolging. De vraag is of er sprake is van een zogenoemd ‘novum’ of dat verdachte er op mocht vertrouwen dat hij niet meer zou worden vervolgd en of het OM daarom niet-ontvankelijk is.

De advocaat-generaal is van mening dat het OM ontvankelijk is, omdat er na de sepotbrief van 12 mei 2023 een proces-verbaal van bevindingen is opgemaakt over de van aangever ontvangen geluidsopnames en een medeverdachte in juni 2023 is gehoord. Dit zijn nieuwe feiten en omstandigheden, zodat het OM alsnog tot vervolging kon overgaan, aldus de advocaat-generaal.

Hof Arnhem-Leeuwaarden verklaart het OM niet-ontvankelijk in de vervolging, omdat aan verdachte is meegedeeld dat de zaak werd geseponeerd en zich daarna geen nieuwe feiten en omstandigheden hebben voorgedaan die een herziening van de sepotbeslissing rechtvaardigen.

De aangever is op 2 mei 2023 op zijn verzoek aanvullend gehoord, omdat hij nieuw bewijs voor handen had. Hij heeft toen een geluidsopname overhandigd en kort weergegeven wat er op deze geluidsopname te horen zou zijn. Dit was dus al bij het OM bekend voordat de brief op 12 mei 2023 is verzonden en kan daarom niet gelden als een nieuw feit. Het feit dat het OM kennelijk al op 30 maart 2023 intern had besloten de zaak tegen verdachte te seponeren verandert dit niet.

Over deze geluidsopnames is pas op 10 augustus 2023 een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt. Dit proces-verbaal over de geluidsopname die de politie vóór de mededeling van de sepotbeslissing al in handen had en waarvan de strekking ook al bekend was, creëert geen novum dat een herziening van de sepotbeslissing rechtvaardigt. Verder heeft de medeverdachte tijdens zijn verhoor gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht. Dit verhoor heeft dus geen nieuwe feiten en omstandigheden opgeleverd die een herziening van de sepotbeslissing rechtvaardigen.

Hof Arnhem-Leeuwarden 2 oktober 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6060

https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2024:6060