Madaus GmbH heeft op 11 april 2014 een aangifte ingediend voor het in het vrije verkeer brengen van calciumcarbonaat uit de Verenigde Staten. In deze aangifte heeft zij het product ingedeeld onder postonderverdeling 2836 50 00 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN). De ingevoerde goederen werden ingeklaard, waarbij de invoerrechten overeenkomstig de postonderverdeling op 5% werden vastgesteld. Na analyseonderzoek van de Duitse douane bleek dat de goederen echter onder postonderverdeling 2106 90 92 van de GN moesten worden ingedeeld, omdat het gehalte aan gewijzigd zetmeel lager was dan 5%. De aan deze postonderverdeling verbonden douanerechten bedroegen 12,8%, waarna Madaus een aanslag kreeg opgelegd voor de resterende verschuldigde rechten. Daarna stelt Madaus dat het in het hoofdgeding aan de orde zijnde product had moeten worden ingedeeld onder postonderverdeling 3824 90 97 van de GN.

De verwijzende rechter wenst te weten of de GN aldus dient te worden uitgelegd dat een product dat dient voor de vervaardiging van calciumtabletten in de vorm van gewone tabletten, bruistabletten en kauwtabletten, en bestaat uit chemisch welbepaald poedervormig calciumcarbonaat en gewijzigd zetmeel dat wordt toegevoegd om makkelijker tabletten te kunnen maken, met een vastgesteld zetmeelgehalte lager dan 5 %, moet worden ingedeeld onder post 2106 als product voor menselijke consumptie, dan wel onder post 3824 als chemisch product.

In de onderhavige zaak gaat het om een product dat bestaat uit calciumcarbonaat, een chemisch product, en gewijzigd zetmeel, een stof met een voedingswaarde, in een verhouding van ongeveer 95 % respectievelijk 5 %. Dat product wordt gebruikt als grondstof voor de vervaardiging van calciumtabletten bestemd voor menselijke consumptie. Gelet op de objectieve kenmerken en eigenschappen van het betrokken product, valt dit derhalve in beginsel onder hoofdstuk 38 van de GN, dat betrekking heeft op „Diverse producten van de chemische industrie”.

Uit aantekening 1 b) op dit hoofdstuk volgt echter dat „mengsels van chemicaliën met voedingsstoffen of met andere stoffen die voedingswaarde bezitten, van de soort gebruikt bij de bereiding van producten voor menselijke consumptie” van dit hoofdstuk zijn uitgesloten. Deze aantekening dient te worden uitgelegd rekening houdend met de desbetreffende toelichtingen. In dat verband is de indeling afhankelijk van de samenstelling van het mengsel, zoals dat blijkt uit de objectieve kenmerken en eigenschappen van dat mengsel. Mengsels die van hoofdstuk 38 zijn uitgesloten ‘behoren tot die soort van producten die bij de vervaardiging van levensmiddelen gebruikt worden en waarvan de waarde op hun voedingseigenschappen berust.’ Het begrip ‘mengsel’ heeft dus betrekking op het mengsel zelf van chemische producten en voedingsstoffen, zonder dat een onderscheid wordt gemaakt naargelang de samenstellende stoffen van een dergelijk mengsel.

Voor de tariefindeling moet niet alleen gebruik worden gemaakt van het criterium inzake de kenmerken en eigenschappen ervan, te weten de voedingswaarde van het mengsel op zich, maar ook dat het mengsel wordt gebruikt voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie. In casu moet worden vastgesteld dat het mengsel is samengesteld uit een chemisch product en een stof met voedingswaarde. Het Hof heeft in haar arrest van 30 januari 1992 (C-14/91, EU:C:1992:48 (http://curia.europa.eu/juris/showPdf.jsf?text=&docid=97723&pageIndex=0&doclang=NL&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=1285881) geoordeeld dat het begrip stof die voedingswaarde bezit ook chemicaliën kan omvatten.

Niet wordt betwist dat het product dient voor de vervaardiging van calciumtabletten bestemd voor menselijke consumptie. Gelet op het voorengaande valt een mengsel als in het hoofdgeding onder hoofdstuk 21 van de GN.

HvJ EU 9 februari 2017, nr. C-441/15

 http://curia.europa.eu/juris/document/document.jsf?text=&docid=187682&pageIndex=0&doclang=en&mode=lst&dir=&occ=first&part=1&cid=1276159