Verdachte wordt als horlogehandelaar verweten in strijd te hebben gehandeld met de verplichtingen uit de Wwft. Zo zou hij in de periode van 2012 en 2013 hebben nagelaten om contante transacties boven de € 15.000 te melden. Daarnaast zou hij hebben verzuimt (volledig) cliëntenonderzoek te doen, dan wel op een juiste manier de gegevens vast te leggen en te bewaren.

Verdachte heeft erkend dat hij in vier gevallen zijn verplichtingen heeft nagelaten en voert over slechts één geval (transactie) verweer. Het zou gaan om goederen die individueel zijn verkocht waardoor er geen sprake is van een samengestelde transactie. Volgens verdachte betreft het een bedrag van € 13.000 zodat de meldingsplicht hier niet van toepassing is.

De Rechtbank verwerpt dit verweer en stelt dat het niet de bedoeling is dat verplichtingen uit de Wwft worden vermeden door aankopen die gelijktijdig plaatsvinden te verspreiden over meerdere facturen. In casu moeten de transacties worden aangemerkt als één samengestelde transactie, omdat het een verkoop betreft van meerdere horloges aan één persoon, die op hetzelfde moment werden afgeleverd en betaald.

In totaal heeft verdachte dus vijf keer nagelaten om een ongebruikelijke transactie te melden en daarbij cliëntenonderzoek te verrichten of juist vast te leggen en te bewaren. De Rechtbank oordeelt dat verdachte door zijn handelen, de overheid de mogelijkheid heeft ontnomen om zicht te krijgen op geldstromen die kunnen duiden op criminaliteit en om achterliggende strafbare feiten op te sporen. De financiële schade die witwassen in de samenleving veroorzaakt is groot. Gelet daarop moet volgens de Rechtbank in beginsel een aanzienlijke geldboete aan verdachte worden opgelegd. De Rechtbank houdt er wel rekening mee dat verdachte inmiddels is gestopt met de bedrijfsactiviteiten en niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

De Rechtbank verklaart de verdachte strafbaar en legt een geldboete op van € 20.000 waarvan € 10.000 voorwaardelijk.

Bron

Rechtbank Amsterdam 30 juni 2016, ECLI:NL:RBAMS:2016:3969

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2016:3969