Rechtbank Oost-Brabant heeft een paardenhandelaar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk. De paardenhandelaar zou geld hebben witgewassen met de bouw van een stal van enkele miljoenen in Valkenswaard. Zijn bedrijven moeten in totaal ruim € 750.000 boete betalen. Ook zijn 70-jarige financieel adviseur die in België woont krijgt 8 maanden cel, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, voor zijn betrokkenheid bij het witwassen.
De verdachte is al jarenlang actief als paardenhandelaar. Het Openbaar Ministerie (OM) zette echter vraagtekens bij de herkomst van al zijn investeringen. Volgens de verdachte deed hij dit met de handel in paarden en met beleggingen. Die verklaring heeft hij in de loop van de procedure onderbouwd, waarmee hij volgens de Rechtbank een concreet, verifieerbare en niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven.
De Rechtbank oordeelt echter dat er sterke aanwijzingen zijn dat verdachte zich aan een of meer fiscale delicten schuldig heeft gemaakt en dat er geen fiscaal gronddelict noodzakelijk is in het kader van een witwasverdenking. De paardenhandelaar deed tussen 2004 en 2016 nergens ter wereld aangifte van zijn inkomen en/of zijn vermogen en betaalde ook nergens belasting. Ook niet in Nederland. Dit, terwijl hij al sinds 2004 een groot deel van het jaar in Nederland verbleef en daar vanaf 2010 bedrijfsactiviteiten ontplooide.
Volgens de Rechtbank deed de verdachte er alles aan de herkomst van de gelden verborgen te houden voor de fiscus. Zo had hij een offshore-vennootschap op de Britse Maagdeneilanden en bankierde hij zakelijk en privé in Zwitserland, een land met bankgeheim. Ook hinderden hij en zijn fiscaal adviseurs het OM actief onderzoek te doen naar de herkomst van het geld. De Rechtbank concludeert daarom dat het niet anders kan dan dat de verdachte jarenlang belasting ontdook en dit geld vervolgens investeerde in onder meer de bouw van een paardenstal en de huur van dure auto’s en een appartement. Daardoor is sprake van witwassen.
De adviseur van de verdachte heeft een gevangenisstraf opgelegd gekregen voor de duur van 8 maanden waarvan 4 voorwaardelijk wegens medeplegen van gewoontewitwassen. De Rechtbank oordeelt dat de adviseur wist dat verdachte een offshore-vennootschap had, waarvan hij UBO en feitelijk leidinggever was en dat verdachte zowel zakelijk als privé bankierde in Zwitserland. Daarnaast speelde de adviseur een actieve en belangrijke rol in de wijze waarop het witwassen heeft plaatsgevonden door gebruik te maken van twee van zijn bedrijven om de stal te kunnen bouwen.
Rechtbank Oost-Brabant 24 juni 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:2949 en Rechtbank Oost-Brabant 24 juni 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:2950