Bij belanghebbende is in 2013 door de politie met potgrond gevulde kweekbakken voor hennepplantjes aangetroffen. Ook werden er resten van hennep en wortels van hennepplanten gevonden. Naar aanleiding daarvan heeft de inspecteur een aanslag inkomstenbelasting opgelegd en een vergrijpboete van € 2.527.

In het dossier bevindt zich een brief van de hulpofficier van justitie, waaruit blijkt dat belanghebbende in 2010 verdacht werd van het vervaardigen van softdrugs. De brief vermeldt dat de zaak is bestudeerd en dat is besloten om niet tot vervolging over te gaan. De reden hiervoor was dat het onderzoek onvoldoende bewijs heeft opgeleverd om strafvervolging te kunnen instellen. Ook staat vast dat belanghebbende in de jaren 2011 en 2013 eveneens verdachte is geweest van het vervaardigen van softdrugs, maar dat ook toen niet tot strafvervolging is overgegaan. De reden voor het seponeren van de strafzaken over 2011 en 2013 is niet bekend.

Het Hof is van oordeel dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende in 2013 inkomsten heeft genoten uit de teelt van en handel in hennep. Het Hof heeft daarbij (onder meer) het volgende in ogenschouw genomen:

  • in 2011 bevond zich een in gebruik zijnde hennepkwekerij in de woning, waarvan niet duidelijk is of na de inval door de politie in 2011 benodigdheden voor de hennepkwekerij zijn achtergebleven;
  • in 2013 heeft de politie opnieuw een inval gedaan en ook toen zijn benodigdheden aangetroffen voor een hennepkwekerij;
  • belanghebbende heeft verklaard na de voorbereidende werkzaamheden te hebben afgezien van het opstarten van de hennepkwekerij.

Daarmee staat voor het Hof niet vast dat belanghebbende in 2013 inkomsten uit hennepteelt- en handel heeft genoten. De in 2013 in de woning aangetroffen benodigdheden kunnen, zoals belanghebbende stelt, afkomstig zijn van de hennepkwekerij uit 2011 en de sporen van gebruik kunnen ook uit dat jaar dateren. Er zijn in 2013 geen hennepplanten, maar enkel resten en wortels van hennep aangetroffen. Ook is belanghebbende strafrechtelijk niet veroordeeld.

Naar het oordeel van het Hof had het op de weg van de inspecteur gelegen om, bijvoorbeeld met behulp van een vermogensvergelijking, aannemelijk te maken dat belanghebbende in 2013 meer inkomsten moest hebben genoten dan hij had aangegeven.

De aan belanghebbende opgelegde vergrijpboete zal het Hof om die reden vernietigen.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2018:4115