Aan belanghebbende zijn navorderingsaanslagen inkomstenbelasting opgelegd over 2008 en 2009, alsmede vergrijpboetes van respectievelijk € 16.106 en € 56.149.

Belanghebbende is autohandelaar en heeft in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar illegale handel in auto’s verklaard dat belanghebbende inkomsten heeft genoten uit de handel van auto’s. Naar aanleiding daarvan heeft de inspecteur een onderzoek ingesteld en navorderingsaanslagen met vergrijpboetes opgelegd.

In geschil is onder meer de vraag of de vergrijpboetes terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd.

De inspecteur had aanvankelijk vergrijpboetes opgelegd van 50%. In bezwaar is dit gewijzigd naar 25%. De inspecteur stelt dat de boetes ten onrechte zijn verminderd naar 25% in de bezwaarfase en stelt zich op het standpunt, met een beroep op interne compensatie, dat daarmee voldoende rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn.

Het Hof ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de juridische kwalificatie van de aan de boete ten grondslag gelegde feitelijke gedraging niet in de loop van de bezwaar- of beroepsprocedure kan worden gewijzigd. Met de Rechtbank is het Hof van oordeel dat gelet op de verklaringen van belanghebbende tegenover de politie, aannemelijk is dat belanghebbende bewust en opzettelijk een onjuiste aangifte inkomstenbelasting 2008 heeft ingediend en de inspecteur informatie over zijn te verantwoorde inkomsten voor het jaar 2009 heeft onthouden. Het Hof ziet geen aanleiding om de boetes te verminderen omdat de aanslagen zijn vastgesteld met toepassing van de omkering van de bewijslast. De daarin opgenomen inkomsten zouden ook zonder omkering van de bewijslast aannemelijk zijn.

Nu de inspecteur de boetes bij uitspraken op bezwaar heeft verminderd tot 25% en een wijziging van de juridische kwalificatie geen verhoging van de boete met zich kan brengen, acht het Hof in beginsel vergrijpboetes van 25% van de nagevorderde belasting passend en geboden.

Het Hof honoreert het beroep op interne compensatie door de inspecteur niet, omdat het Hof de vermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn pas toepast nadat is geoordeeld welke boetes passend en geboden zouden zijn indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. Het Hof vermindert de boetes met 15%.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHSHE:2018:3939