Verzoeker heeft naar aanleiding van een uitspraak van het College, waarin het hoger beroep van verzoeker ongegrond werd verklaard, een verzoek ingediend tot herziening danwel herroeping van de uitspraak.

Het College overweegt dat de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) niet voorziet in een mogelijke herziening of herroeping van een uitspraak. Ook in andere tuchtrechtproceswetten ontbreekt deze mogelijk meestal. Enkele tuchtrechtelijke colleges, zoals het veterinair beroepscollege, het hof van discipline en de notariskamer van het gerechtshof Amsterdam, hebben een herziening van een onherroepelijk geworden uitspraak in bepaalde gevallen mogelijk geacht. Desondanks zijn zij niet eenduidig over de wijze waarop een dergelijke herziening kan worden toegepast.

Het College oordeelt dat het algemene beginsel van behoorlijk tuchtprocesrecht met zich brengt dat een verzoek om herziening van een onherroepelijk geworden uitspraak in beginsel mogelijk moet zijn. Het College zoekt hierbij aansluiting bij de regeling in (onder andere) art. 52 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG). Dit leidt tot de conclusie dat degene over wie geklaagd is, in bijzondere gevallen, een verzoek tot herziening kan indien sprake is van een onherroepelijke uitspraak.

Aangezien de verzoeker in dit geval de oorspronkelijke klager was, en niet degene over wie geklaagd werd, verklaart het College het verzoek niet-ontvankelijk.

College van Beroep voor het bedrijfsleven, 21 maart 2017, ECLI:NL:CBB:2017:71

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CBB:2017:71