Belanghebbende drijft een onderneming in de in- en verkoop van auto’s en het verrichten van APK-keuringen, spuitwerk, onderhoud en reparaties. Naar aanleiding van een boekenonderzoek en een anonieme klikbrief zijn aan belanghebbende navorderings- en naheffingsaanslagen in de inkomstenbelasting en omzetbelasting opgelegd alsmede vergrijpboeten, vanwege een groot aantal correcties.

Het Hof is – na verwijzing door de Hoge Raad – van oordeel dat bij de RDW auto’s op naam van belanghebbende stonden geregistreerd terwijl die auto’s bewust niet als handelsvoorraad in de administratie waren opgenomen. Hiermee acht het Hof aannemelijk dat belanghebbende de behaalde winst willens en wetens buiten de administratie heeft gehouden en acht een vergrijpboete van 50% ter zake van dit vergrijp passend en geboden.

Met betrekking tot de gecorrigeerde winsten op de verkochte auto’s is het Hof van oordeel dat uit de wijze van administreren, de aannemelijkheid blijkt dat in voorkomende gevallen in- of verkoopverklaringen valselijk werden opgemaakt. Voorts blijkt uit de inhoud van de getapte telefoongesprekken dat belanghebbende stelselmatig delen van gemaakte winsten buiten de administratie hield. Het Hof oordeelt dat sprake is van systematisch frauduleus handelen om belastingheffing te verijdelen. Een boete van 100% acht het Hof passend en geboden.

Eveneens is het Hof van oordeel dat belanghebbende willens en wetens provisie op valutawisselingen niet heeft opgegeven, bedragen ten onrechte als borg administreerde, een gedeelte van de koopsom van een villa in Spanje niet heeft opgenomen in de administratie, privégebruik van auto’s tot een te laag bedrag heeft aangegeven, een motorfiets voor privédoeleinden heeft aangeschaft en deze ten laste van de zaak heeft gebracht, en voordeel uit aanmerkelijk belang bewust buiten de administratie heeft gehouden.

Hoewel belanghebbende strafrechtelijk is vervolgd en veroordeeld voor andere strafbare feiten dan de feiten die hem in de fiscale procedures worden verweten, neemt het Hof de veroordeling in aanmerking bij het bepalen van de hoogte van de boete. Gelet op het samenhangende feitencomplex en de strafrechtelijke veroordeling is het Hof van oordeel dat een boete, voor alle in het geding zijnde belastingaanslagen, van € 550.000 passend en geboden is. Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn vermindert het Hof de boete tot € 500.000.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 9 augustus 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:6358

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2016:6358