In de onderhavige zaak exploiteert eiseres een coffeeshop. Verweerder heeft bij eiseres een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van onder andere de aangifte omzetbelasting. Uit het onderzoek zijn diverse gebreken naar voren gekomen. Zo zijn de inkoopstaten niet volledig en juist bijgehouden en vertoont de kasadministratie meerdere hiaten.

Alvorens de omkering en verzwaring van de bewijslast kan worden toegepast op basis van een schending van de administratie- en bewaarplicht (artikel 52 AWR), dient verweerder een informatiebeschikking te nemen (artikel 27e, lid 1, AWR jo artikel 52a, lid 1, AWR). In geschil is het antwoord op de vraag of de informatiebeschikking terecht is vastgesteld op de grond dat niet is voldaan aan de administratie-en bewaarplicht als bedoeld in artikel 52 van de AWR. Op verweerder rust de bewijslast dat eiseres niet heeft voldaan aan de verplichtingen van artikel 52 AWR.

De rechtbank oordeelt dat verweerder in deze bewijslast is geslaagd. Van een onderneming als de onderhavige die veel contante ontvangsten en uitgaven heeft, is een goede kasadministratie van essentieel belang. Van eiseres mag worden verwacht dat zij op systematische wijze haar inkopen vastlegt. Verder is van belang dat de aan deze administratie ten grondslag liggende primaire bescheiden worden bewaard. De rechtbank volgt eiseres niet in haar standpunt dat de bestuurlijke rapportage niet als bewijsmiddel mag worden gebruikt. Eiseres had aangegeven dat het bevel tot binnentreden en het bevel tot zoeking een onjuist huisnummer bevatten. De rechtbank overweegt dat zelfs indien het onjuiste huisnummer het binnentreden en het zoeken onrechtmatig zou doen maken, de rapportage voor heffingsdoeleinden mag worden gebruikt, nu dit niet indruist tegen wat van een behoorlijk handelende overheid verwacht mag worden. De informatiebeschikking is terecht afgegeven.

Rechtbank Gelderland, 29 september 2015

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2015:5969