Twee verdachten hebben leiding gegeven aan een autobedrijf dat auto’s van Nederlandse leasemaatschappijen kocht om deze vervolgens door te verkopen. Indien een ondernemer een auto intracommunautair levert aan een ondernemer is op deze prestatie in beginsel het 0% btw-tarief van toepassing. Het Hoogeveense autobedrijf in kwestie verkocht op papier de auto’s aan tientallen katvangers in voornamelijk West-Europa die geen btw afdroegen. De factuurketen week af van de feitelijke handelsketen. In werkelijkheid werden deze auto’s in en rond Berlijn geleverd om daarna als marge-auto doorverkocht te worden. Daarnaast zijn zeven katvangers vervolgens geploft. De handelaren wisten volgens de Rechtbank van deze frauduleuze praktijken af en hebben een actieve rol gehad in de organisatie die van 2014 tot en met eind 2017 heeft bestaan.

Het autobedrijf werd sinds 2014 in een nieuwe vennootschap gedreven. Uit een brief van de accountant aan de bank blijkt dat  dit onder meer gebeurde in verband met de risico’s van fiscale claims als gevolg van de exportactiviteiten. Dat de verdachten zeggen altijd te goeder trouw te hebben gehandeld, gelooft de Rechtbank niet. Uit diverse e-mails en WhatsApp gesprekken is gebleken dat de verdachten onderling spraken over de katvangbedrijven. In werkelijk waren er vier kopers die de tientallen katvangbedrijven aanstuurden en vervolgens lieten ploffen. Ook uit camerabeelden van het autobedrijf bleek dat de verdachten afwisten van de constructie en het opzettelijk omzeilen van de btw afdracht. Zij hadden daar zelf een actieve rol in. Zo was het bedrijf in het bezit van zogenoemde btw-stempels van de katvangbedrijven. Deze stempels werden in Nederland al op vrachtbrieven gezet, terwijl het kopende bedrijf in het buitenland de vrachtbrieven had moeten stempelen. Ook was het bedrijf door de belastingdienst al in 2014 gewaarschuwd dat zij zaken deden met vermoedelijke katvangers.

Door deze fraude met tweedehands btw-auto’s met contante betalingen zijn structureel en op zeer omvangrijke schaal  geldbedragen witgewassen. De schade is volgens de Rechtbank grofweg € 15.000.000. Bij het bepalen van de straf heeft de Rechtbank rekening gehouden met het feit dat de verdachten geen openheid van zaken hebben gegeven. De fraude heeft zo’n vier jaar lang plaatsgevonden. Het op deze manier ‘gemakkelijk’ geld verdienen ten koste van de staatskas en de belastingbetaler kan niet worden afgedaan met een lichte straf, zo overweegt de Rechtbank. De Rechtbank komt tot een hogere straf dan geëist door de officier van justitie. Wel krijgen verdachten beiden een strafkorting van een maand, omdat hun zaak niet binnen twee jaar is berecht.

Naast de twee leidinggevenden van het bedrijf is ook het bedrijf veroordeeld. Het bedrijf moet een geldboete betalen. Ook heeft het OM een ontnemingszaak aangekondigd om het door verdachten met de criminele activiteiten verdiende financiële voordeel te verhalen.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2020:2759

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2020:2773