Belanghebbende heeft bij brief verzocht om terugbetaling van douanerechten voor een bedrag van een 36.565 euro, op grond van art. 236 CDW. Dit verzoek is door de inspecteur afgewezen, waarna belanghebbende hiertegen bezwaar heeft gemaakt. De inspecteur heeft het bezwaar op 31 maart 2015 afgewezen. Belanghebbende is hiertegen in beroep gegaan, de Rechtbank heeft bij uitspraak van 21 juli 2016 het beroep ongegrond verklaard.

Op 1 september 2009 is aan belanghebbende een BTI afgegeven waarbij het ingevoerde product, een tapijttegel gefabriceerd uit oude rubberen banden met de handelsbenaming Tyre-tile, is ingedeeld onder code 5705 00 30 van de GN. Evenals bij de Rechtbank is bij het Hof in geschil of belanghebbende in aanmerking komt voor terugbetaling op de voet van art. 236 CDW. Daarnaast is in geschil of de ingevoerde goederen moeten worden ingedeeld onder GN-code 4016 91 00, zoals belanghebbende stelt, of onder GN-code 5705 00 30, hetgeen het standpunt van de inspecteur is.

Het Hof stelt ten eerste voorop dat voor de indeling de bewoordingen van de GN-posten en de aantekeningen op de afdelingen en hoofdstukken wettelijk bepalend zijn. Vervolgens wijst het Hof erop dat volgens vaste rechtspraak van het HvJ EU in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de post zijn omschreven.

Ter zitting heeft de Rechtbank één exemplaar Tyre-Tile bekeken en onderzocht. Gelet op de kenmerken en eigenschappen en gelet op aantekening 1 op hoofdstuk 57 van de GN komt de Rechtbank tot het oordeel dat de Tyre-Tile dient te worden ingedeeld onder GN-code 5705 00 30. De bestemming van de Tyre-Tiles is door de Rechtbank in haar overwegingen betrokken. Uit de eigenschappen en kenmerken van het product volgt dat het product is ontworpen en gemaakt om te worden gebruikt als vloerbedekking. Daarbij komt dat de Tyre-Tile de vorm van een tegel heeft. Volgens de Rechtbank is het feit dat de Tyre-Tile gemaakt is van hergebruikte vrachtwagenbanden niet relevant, omdat er dusdanige bewerkingen zijn uitgevoerd dat er een ander product is ontstaan.

Het Hof volgt, na ter zitting het product te hebben waargenomen, de Rechtbank in haar oordeel. Anders dan de Rechtbank heeft geoordeeld komt hierbij volgens het Hof geen betekenis toe aan de bestemming van het product. De bestemming van een product is slechts een relevant criterium indien de indeling – anders dan in onderhavige zaak – niet uitsluitend op basis van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product kan worden verricht.

Het Hof oordeelt uiteindelijk dat de aangegeven goederencode (5705 00 80) onjuist is. Nu evenwel voor beide GN-onderverdelingen een tarief van 8% geldt, is er van belanghebbende niet meer geheven dan zij wettelijk verschuldigd is. Het hoge beroep van belanghebbende is ongegrond en de uitspraak van de Rechtbank dient te worden bevestigd.

Gerechtshof Amsterdam, 25 april 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1499

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2017:1499