De Accountantskamer verklaarde een klacht gegrond over de betrokkenheid van een accountant bij een evident dubieuze factuur, opgesteld door een 50% aandeelhouder om de winst van de onderneming op voor deze aandeelhouder fiscaal gunstige wijze af te romen. Betrokkene had voldoende twijfel moeten hebben over de juistheid van die factuur en het vermoeden moeten hebben dat met die factuur de waarheid geweld werd aangedaan. Betrokkene had dan ook het in de VGC bedoelde conceptueel raamwerk moeten toepassen, wat hij heeft nagelaten.

De Accountantskamer overweegt dat het feit dat de Belastingdienst op de door betrokkene aangereikte inlichtingen zijn akkoord heeft gegeven met de factuur, niets af doet aan de verplichtingen van de betrokkene aangaande het naleven van gedrags- en beroepsregels.

Daarnaast heeft de Accountantskamer er mede op gelet dat betrokkene over een langere periode in zijn te laken gedrag heeft volhard, ondanks herhaalde waarschuwingen van klaagster, en dat betrokkene, naar hij ter zitting heeft erkend, op geen moment de risico’s, verbonden aan de door hem bepleite constructie onder ogen heeft gezien en met zijn cliënt heeft besproken.

Accountantskamer 27 augustus 2015

http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken-in-domein/accountants/resultaat/uitspraak/2015/ECLI_NL_TACAKN_2015_94/?dateperiodstart=01-08-2015&dateperiod=na&Pagina=1&ItemIndex=9