Belanghebbende heeft in de aangifte loonheffingen over de maand maart 2014 geen aangifte gedaan van de over het jaar 2013 verschuldigde pseudo-eindheffing voor hoge lonen.
De inspecteur heeft een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd van € 89.740 met een verzuimboete van € 8.974. In geschil is onder meer of de verzuimboete terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.
Ten aanzien van de verzuimboete stelt belanghebbende zich op het standpunt dat sprake is van afwezigheid van alle schuld (avas) aangezien zij haar aangifte liet verzorgen door een zorgvuldig gekozen en deskundig adviseur. Deze adviseur had te maken met wisselingen in het personeelsbestand, waardoor abusievelijk het toegekende winstrecht nog niet was verwerkt in de loonadministratie. Zodoende is verzuimd aangifte te doen van de crisisheffing. Ook verzoekt belanghebbende rekening te houden met haar individuele omstandigheden.
De Rechtbank stelt vast dat belanghebbende in verzuim is ter zake van de verschuldigde crisisheffing. Aan dat verzuim kan naar het oordeel van de Rechtbank niet afdoen dat zij haar aangifte loonheffingen heeft laten verzorgen door een administratiekantoor.
De Rechtbank overweegt dat belanghebbende de verplichting tot verloning van het winstrecht van X heeft overgenomen van een met haar verbonden vennootschap. Dat betekent dat er reden te meer was na te gaan wat die overgenomen verplichting precies inhield en wat de fiscale gevolgen daarvan zouden zijn. Daar komt bij dat de crisisheffing een bijzondere regeling betreft. In zoverre is sprake van een bijzondere situatie die ook aandacht van belanghebbende zou hebben moeten vergen. Onder deze omstandigheden had in de samenwerking met het administratiekantoor meer van belanghebbende mogen worden verwacht en leidt dit niet tot avas aan haar zijde. Naar het oordeel van de Rechtbank kan niet worden gezegd dat belanghebbende alle in de gegeven omstandigheden in redelijkheid van haar te vergen zorg heeft betracht.
De Rechtbank ziet ambtshalve wel aanleiding om de verzuimboete te verminderen met 5% wegens overschrijding van de redelijke termijn met minder dan een half jaar.
Rechtbank Gelderland 8 augustus 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4172
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2017:4172