Aan belanghebbende is een aanslag vennootschapsbelasting en een verzuimboete opgelegd. In geschil is uitsluitend of de boete terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.

De Rechtbank oordeelt dat X BV als gevolg van een juridische fusie is opgehouden te bestaan op 30 juni 2011. De inspecteur had X BV eind juli 2011 uitgenodigd tot het doen van aangifte middels toezending van een aangiftebiljet. Dit betekent dat X BV al niet meer bestond ten tijde van de uitnodiging. Gelet hierop is de Rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat – de verdwenen rechtspersoon – het in het art. 67a AWR vervatte verzuim heeft begaan.

Dat de inspecteur ten tijde van toezending van het aangiftebiljet niet bekend was met het feit dat X BV was opgehouden te bestaan, doet er volgens de Rechtbank niet toe. Van belang is dat de registratie daarvan in het handelsregister op 5 juli 2011 heeft plaatsgevonden, zodat voor derden kenbaar was dat X BV inmiddels was verdwenen. Ook doet het er niet toe dat de aangifte niet binnen de gestelde termijn is ingediend. De inspecteur mocht in dit geval geen boete opleggen en de boetebeschikking wordt dan ook vernietigd.

Rechtbank Noord-Holland, 15 september 2015

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2015:7704