Op 12 februari 2021 heeft de Accountantskamer in twee tuchtzaken een berisping opgelegd aan een accountant die als coördinator tuchtrecht in dienst is bij de FIOD. Vanuit die hoedanigheid assisteert hij het Openbaar Ministerie bij onder meer het opstellen van tuchtklachten.

Achtergrond

De onderhavige zaken betreffen klachten van een accountant die een dergelijke tuchtklacht tegen zich ingediend zag, alsmede van een advocaat die een bedrijf bijstaat dat verdachte is in een strafrechtelijk onderzoek door de FIOD. De klachten komen voort uit een strafrechtelijk onderzoek naar een vermogensbeheerder die door de advocaat-klager wordt bijgestaan. Er zijn stukken in beslag zijn genomen die onder zijn verschoningsrecht vallen. Deze stukken werden door de FIOD-accountant gebruikt in een tuchtklacht tegen de accountant-klager en twee van zijn voormalige collega’s. Ook na een sommatie van de advocaat weigerde de FIOD-accountant om de tuchtklacht met die stukken in te trekken. Beklaagde vond dat het verschoningsrecht niet geëerbiedigd behoefde te worden, aangezien sprake zou zijn van een schijnconstructie.

De klagers verwijten de FIOD-accountant het onrechtmatig gebruik van deze stukken. Ook verwijten zij hem dat hij vergaande beschuldigingen heeft geuit aan hun adres.

Gebruik van verschoningsgerechtigde stukken

De accountantskamer vindt dat beklaagde er tot op zekere hoogte en tot enig moment vanuit mocht gaan dat de door hem gebruikte correspondentie tussen advocaat en cliënt niet verschoningsgerechtigd was. Hij mocht daarbij afgaan op het oordeel van de officier van justitie daarover. Dat werd echter anders toen de advocaat-klager hem direct aanschreef en gemotiveerd sommeerde om de stukken niet te gebruiken. Vanaf dat moment had hij zich (nogmaals) moeten beraden hoe hij het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid (art. 16 VGBA) kon waarborgen. Indien dat niet mogelijk zou zijn, had hij zijn werkzaamheden moeten beëindigen.

Door toch de stukken te blijven gebruiken, heeft de FIOD-accountant daarom volgens de Accountantskamer inderdaad klachtwaardig gehandeld.

Woordgebruik richting klagers

Daarnaast heeft de FIOD-accountant volgens de klagers onevenredig zware bewoordingen en lichtvaardige beschuldigingen jegens hen geuit. Ook hier gaat de accountantskamer in mee. De FIOD-accountant heeft volgens de accountantskamer ongeclausuleerde stellingen ingenomen die onvoldoende deugdelijk onderbouwd en onnodig grievend waren; zij berustten op een wankele basis. Door zo te handelen heeft de FIOD-accountant het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden. Ook de klachten hierover worden daarom toegewezen.

Enkele andere klachten van de klagers over onder meer de schending van zijn ambtelijke geheimhoudingsplicht en misbruik van (tucht)procesrecht worden ongegrond verklaard.

De Accountantskamer vindt dat de maatregel van berisping passend en geboden is. Juist betrokkene had zich als coördinator tuchtrecht van de betekenis en reikwijdte van de door hem geschonden fundamentele beginselen bewust moeten zijn.

Accountantskamer Zwolle 12 februari 2021, ECLI:NL:TACAKN:2021:15 en ECLI:NL:TACAKN:2021:17