De Accountantskamer heeft een accountant de maatregel opgelegd van doorhaling in het register voor de duur van 18 maanden.

De NBA verweet de accountant ten eerste dat de accountantspraktijk ten tijde van een toetsing niet beschikte over een intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldeed aan de daarvoor gestelde normen.

Voorts meent de NBA dat de accountant niet aan zijn PE-verplichting voldeed, daar hij in de jaren 2010 tot en met 2012 43 uren aan PE-activiteiten besteed had. Daarmee is niet voldaan aan de verplichting om per driejaarcyclus minimaal 120 uur aan PE-activiteiten te besteden, aldus de NBA.

De Accountantskamer acht beide klachten gegrond en rekent de accountant in het bijzonder aan dat hij, hoewel hij wist van de verplichting te beschikken over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen, de implementatie hiervan niet heeft voortgezet, nadat één van de maten van de accountantspraktijk hiertoe om gezondheidsredenen niet meer in staat was. Nu voorts bij de behandeling van de klacht ter zitting niet is gebleken dat het kantoor inmiddels wel beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen, en, gezien het tekort aan PE-punten, getwijfeld moet worden aan de deskundigheid van betrokkene, acht de Accountantskamer de maatregel van doorhaling passend en geboden.

Een tijdelijke doorhaling volstaat naar het oordeel van de Accountantskamer niet, nu in dat geval de inschrijving van betrokkene in het register van rechtswege zou herleven, ook als het kantoor dan nog steeds niet beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Het gaat erom dat de accountant zijn deskundigheid op peil heeft gebracht. Als de kwaliteit van het kantoor, al dan niet met de hulp van een derde die is gespecialiseerd in het begeleiden van accountantskantoren op dit terrein, op het vereiste niveau is gebracht, kan de accountant de NBA – na 18 maanden – om herinschrijving verzoeken, waarna het aan de NBA is zich dienaangaande een oordeel te vormen.
De Accountantskamer acht het – gezien de zwaarte en duur van de op te leggen maatregel van doorhaling – niet opportuun daarnaast een geldboete voor het in de jaren 2010 tot en met 2012 niet behalen van voldoende PE-punten op te leggen.

Accountantskamer, 23 oktober 2015
ECLI:NL:TACAKN:2015:116 15/579 Wtra AK

http://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI__NL__TACAKN__2015__116