X is directeur en enig aandeelhouder van belanghebbende. X verricht als werknemer van belanghebbende accountancy- en adviesdiensten voor een coöperatie waarvan belanghebbende de ledencertificaten houdt. Y, de echtgenote van X, is eveneens in dienstbetrekking bij belanghebbende en verricht de dagelijkse administratie.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek heeft de inspecteur correcties toegepast omdat de zakelijkheid van kosten niet is aangetoond, onvoldoende is aangetoond dat sprake is van zakelijke relatiegeschenken en er afschrijvingskosten dienen te worden gecorrigeerd.

Tevens zijn vergrijpboetes opgelegd, welke in geschil zijn.

De Rechtbank stelt vast dat, zoals uit het rapport van het boekenonderzoek volgt, de boetes zien op de door belanghebbende bij het bepalen van haar belastbare winst ten onrechte in aanmerking genomen bedragen, waaronder afschrijvingskosten, verantwoorde kosten en kosten van relatiegeschenken.

De Rechtbank acht aannemelijk dat X, mede gelet op de aard van bedoelde kosten en de omstandigheid dat X accountancy- en adviesdiensten verricht, willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat belanghebbende haar aangiften vennootschapsbelasting voor de jaren 2013 tot en met 2015 tot een onjuist bedrag heeft gedaan. Dit is naar het oordeel van de Rechtbank dan ook aan voorwaardelijk opzet van X te wijten. Nu X directeur en aandeelhouder, alsmede, zo volgt uit de stukken, feitelijk leidinggevende van belanghebbende is, is de Rechtbank van oordeel dat de opzet van X moet worden aangemerkt als opzet van belanghebbende.

De Rechtbank acht de opgelegde vergrijpboetes van 25%, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden van het geval, passend en geboden. De boetes zullen wel worden verminderd vanwege het verlagen van de grondslag. De omstandigheid dat de opgelegde boetes voor onder andere de loonbelasting zijn teruggebracht tot nihil acht de Rechtbank niet relevant voor de beoordeling van de bij de aanslagen vennootschapsbelasting opgelegde boetes.

De Rechtbank vermindert de boetes met 5% vanwege de overschrijding van de redelijke termijn.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2019:4059