De rechtbank Gelderland heeft het verzet van een belastingplichtige tegen een eerdere uitspraak gegrond verklaard. De rechtbank vindt dat het te laat indienen van de beroepsgronden verschoonbaar is, omdat de digitale berichtgeving niet goed is ontvangen en digitaal procederen nog nieuw is voor veel belastingplichtigen.
De uitspraak betreft de behandeling van een verzet. Opposant heeft verzet ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. In die eerdere uitspraak was het beroep van opposant niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij de gronden van zijn beroep niet binnen de gestelde termijn had ingediend. De rechtbank is ervan uitgegaan dat opposant het bericht heeft ontvangen, omdat hij digitaal procedeert en bij plaatsing van een bericht in het digitale dossier automatisch een notificatiebericht aan partijen wordt verzonden. De rechtbank heeft in de zaak uitspraak gedaan zonder zitting, aangezien volgens de rechtbank het eindoordeel kennelijk is, oftewel buiten redelijke twijfel staat.
Opposant stelde dat hij het bericht van de rechtbank van 13 januari 2025 — waarin hem was verzocht de gronden uiterlijk 10 februari 2025 in te dienen — pas op 28 maart 2025 had gezien. De notificatie was namelijk in zijn map ‘ongewenste e-mail’ terechtgekomen. Hierdoor had hij geen kennis genomen van de oproep om zijn beroepsgronden in te dienen.
De rechtbank stelde voorop dat een niet-ontvankelijkverklaring de meest verstrekkende beslissing is, omdat daarmee de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. Hoewel opposant zelf had gekozen voor digitaal procederen, vond de rechtbank het in dit geval niet redelijk om alle digitale risico’s voor zijn rekening te laten komen. Digitaal procederen is volgens de rechtbank nog relatief nieuw voor veel belastingplichtigen, en zij worden momenteel niet expliciet gewaarschuwd voor mogelijke problemen zoals spam-filters of berichten die in de map ongewenste post terechtkomen.
De rechtbank acht van belang dat opposant zonder professionele rechtsbijstand procedeert en zelf geen of zeer beperkte ervaring heeft. Ook benadrukt de rechtbank dat belastingplichtigen nog niet goed kunnen inschatten welke risico’s aan digitale communicatie zijn verbonden. Onder deze omstandigheden vond zij dat het te laat indienen van de gronden verschoonbaar is. Het verzet is gegrond en de eerdere uitspraak van de rechtbank vervalt. Dit betekent dat het onderzoek wordt hervat in de stand waarin zich dat bevond voordat de uitspraak werd gedaan.
Rechtbank Gelderland 1 oktober 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:8214
