In dit artikel wordt een analyse van de tuchtrechtspraak voor accountants gegeven voor zover het klachten betreft gerelateerd aan de (meldplicht van de) ongebruikelijke transactie.

Vestjens trekt een aantal conclusies op grond van een analyse van jurisprudentie van de tuchtrechtspraak accountants gedurende de jaren 2011 en volgende.

Zo schetst hij de verhouding tussen de indicatoren uit de WWFT en de regelgeving voor accountants (NV COS).

Onder andere stelt hij, dat als de accountant bij zijn werkzaamheden bij het samenstellen, beoordelen dan wel controleren van de jaarrekeningen en/of andere financiële overzichten handelt in overeenstemming met de wetten en regels (NV COS) hij bij de belangrijkste rechtshandelingen over voldoende materiaal zal beschikken om, rekening houdend met de aangereikte handvatten (lijst van indicatoren), een gefundeerd oordeel te vormen over het al dan niet aanwezig zijn van een ongebruikelijke transactie.

Ook concludeert hij dat het nalaten van aanvullende werkzaamheden in een situatie waarbij het samenstel van feiten en omstandigheden kwalificeert als een subjectieve factor (indicator) tot gevolg heeft dat de fundamentele beginselen van deskundigheid en zorgvuldigheid en professionaliteit worden geschonden (NV COS).

In het artikel wordt verder aandacht besteed aan de verhouding OM – BFT, en aan het gebruik door het OM als klager van stukken uit een strafdossier in een procedure voor de accountantstuchtrechter.

J.H.M. Vestjens in Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht en Handhaving

http://www.maklu-online.eu/nl/tijdschrift/tijdschrift-bijzonder-strafrecht-en-handhaving/jaargang-1/5-september-2015/de-openbaar-accountant-en-de-meldplicht-ongebruike/