Aan belanghebbende zijn (navorderings)aanslagen inkomstenbelasting opgelegd alsmede vergrijp- en verzuimboeten. Onder meer is in geschil of de vergrijpboeten terecht zijn opgelegd.

Uit een boekenonderzoek door de inspecteur is gebleken dat belanghebbende geen loon heeft opgegeven in zijn aangiften inkomstenbelasting. Voorts heeft belanghebbende ten onrechte geen uitdelingen in verband met het privégebruik van een door een onderneming ter beschikking gestelde auto aangegeven. Ook is geen verkoopwinst opgegeven in verband met de verkoop van een pand en zijn er geen winstuitdelingen verantwoord met betrekking tot de toename van saldi van de rekening-courantverhouding tussen belanghebbende en zijn onderneming.

De Rechtbank is van oordeel dat de inspecteur met betrekking tot de looninkomsten erin is geslaagd het bewijs van opzet te leveren en ten aanzien van de toename van de rekening-courantschuld is de inspecteur erin geslaagd het bewijs van grove schuld te leveren.

De Rechtbank overweegt dat de aangiften zijn ingediend door de belastingadviseur en gaat ervan uit dat belanghebbende op de hoogte was van de inhoud van die aangiften, nu het tegendeel niet is gebleken. Belanghebbende heeft verder niet betwist dat er looninkomsten zijn genoten. Belanghebbende heeft opnamen in rekening-courant aangewend om in zijn levensonderhoud te voorzien. De Rechtbank is van oordeel dat belanghebbende, als directeur-grootaandeelhouder, ervan op de hoogte moet zijn geweest dat hij een gebruikelijk loon behoort aan te geven en concludeert dat belanghebbende willens en wetens geen looninkomsten heeft opgegeven en acht een vergrijpboete van 50% passend en geboden.

Nu volgens de Rechtbank evenmin is gebleken dat belanghebbende over meer dan gemiddelde fiscale kennis beschikt, rechtvaardigt het niet opgeven van looninkomsten echter niet dat hij tevens (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het niet opgeven van inkomen uit aanmerkelijk belang. Belanghebbende heeft ter zitting verklaard dat de boekhouder die de aangifte heeft verzorgd over weinig fiscale kennis beschikte. Belanghebbende heeft daarom bij de keuze van zijn boekhouder niet de zorg betracht die hij in acht had behoren te nemen. De Rechtbank acht grove schuld dan ook aanwezig en acht een vergrijpboete van 25% passend en geboden met betrekking tot het niet-opgegeven inkomen uit aanmerkelijk belang.

Rechtbank Noord-Holland 30 november 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:10977

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNHO:2016:10977