In het kader van een Bibob-onderzoek heeft een accountant zonder kennis van de betrokkenen een belastende rapportage overgelegd. Klagers zijn voorafgaand aan het opstellen ervan niet gehoord en de getrokken conclusies blijken achteraf bovendien niet correct te zijn. Dat levert de accountant de maatregel van berispring op wegens het in strijd handelen met de beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Een stichting is eigenaar van een kasteel en het aangrenzende perceel. Het kasteel wordt ter beschikking gesteld aan een B.V. die dit exploiteert en verhuurt aan derden. Aan haar is een subsidie verleend door Gedeputeerde Staten van € 200.000 voor het verrichten van restauratiewerkzaamheden aan het kasteel. In een onderzoek op grond van de Wet Bibob is aan een accountant verzocht om ondersteunende werkzaamheden te verrichten. In het rapport aan de Gedeputeerde Staten concludeert de accountant onder meer dat te weinig omzet is verantwoord en dat te weinig vennootschapsbelasting was betaald. Vervolgens wordt de subsidie ingetrokken en teruggevorderd.

In deze tuchtzaak wordt de accountant verweten dat hij tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld door klagers niet te hebben gehoord voorafgaand aan het uitbrengen van de betreffende rapportage. Daarnaast zouden zijn conclusies onjuist zijn.

De Accountantskamer oordeelt dat er geen bijzondere omstandigheden zijn gebleken waardoor van horen mocht worden afgezien. Klagers hebben hierdoor niet de mogelijkheid gehad om onjuistheden in het rapport te corrigeren, waardoor bij Gedeputeerde Staten een onjuist beeld van klagers is geschetst. Daarmee heeft de accountant gehandeld in strijd met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Daarnaast is volgens de Accountantskamer geen sprake van te weinig aangegeven omzet, zoals wel door de accountant in de rapportage is geconcludeerd. Daarmee is ook de conclusie dat te weinig vennootschapsbelasting is betaald onvoldoende onderbouwd, nu de accountant hieraan de – onjuiste conclusie betreffende de – te weinig aangegeven omzet ten grondslag heeft gelegd.

Alle klachtonderdelen zijn derhalve gegrond. De accountant heeft in dezen gehandeld in strijd met de beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Aan hem wordt de maatregel van berisping opgelegd.

Accountantskamer 30 augustus 2021, 21/103 Wtra AK.