De Belastingdienst heeft sinds 2011 circa twee miljoen bezwaarschriften ontvangen waarin een aantal rechtsvragen aan de orde is met betrekking tot de omzetbelasting inzake het privégebruik van de auto die ter beschikking is gesteld door de werkgever. In vier gevallen is hierover geprocedeerd, de overige bezwaarschriften zijn aangehouden in afwachting van de uitkomst van de procedures. De vier procedures beslaan alle aan de orde zijnde rechtsvragen. De procedures zijn thans beslecht door de Hoge Raad (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:714,
http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:713http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:712, http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:711).

Bij besluit heeft de Staatssecretaris van Financiën reeds op 29 maart 2017 de bezwaren aangewezen als massaal bezwaar (artikel 25c Awr) (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/03/29/kamerbrief-naar-aanleiding-van-aanwijzing-als-massaal-bezwaar). Dit betekent dat de belastingdienst beslist op deze bezwaarschriften door middel van één collectieve uitspraak binnen zes weken na de onherroepelijke oordelen van de Hoge Raad. De aanwijzing voor massaal bezwaar kan plaatsvinden als bij een groot aantal bezwaarschriften dezelfde rechtsvraag speelt. Massaal afdoen heeft geen effect op de uitkomst. Als een bezwaarschrift (mede) ziet op één of meer andere geschilpunten, dan doet de inspecteur het bezwaar op die punten individueel af.

Deze collectieve uitspraak wordt gepubliceerd in de Staatscourant en op www.belastingdienst.nl. Tegen de collectieve uitspraak kan geen beroep worden ingesteld (artikel 25e lid 3 AWR).

https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/berichten/nieuws/bezwaren-tegen-btw-voor-privegebruik-auto-massaal-afgehandeld