Belanghebbende, woonachtig in Portugal, is houder van een Landrover. Over dit motorrijtuig wordt geen motorrijtuigenbelasting geheven, omdat het kenteken van de auto als geschorst stond geregistreerd.

Op enig moment is geconstateerd dat met de auto een snelheidsovertreding is begaan op de openbare weg, de Rijksweg A12 te Utrecht. In verband met deze constatering is aan belanghebbende een vooraankondiging naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en boete verzonden. In geschil is onder meer of de verzuimboete op de juiste wijze is aangekondigd en terecht is opgelegd.

De Rechtbank heeft vastgesteld dat de inspecteur de vooraankondiging naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting heeft verzonden naar een onjuist adres. Belanghebbende heeft de vooraankondiging niet ontvangen en weet daardoor niet wat hem wordt verweten.

De Rechtbank overweegt dat in de AWR is neergelegd dat de inspecteur de belastingplichtige uiterlijk bij het vaststellen van de boetebeschikking in kennis moet stellen van de gronden waarop het opleggen van de boete berust. De inspecteur heeft ter zitting bevestigd dat de vooraankondiging naar het verkeerde adres is gezonden. De Rechtbank overweegt voorts dat de inspecteur, op wie de bewijslast rust, ook niet aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende voorafgaand aan de boetebeschikking op andere wijze bekend is geworden met de gronden waarop de boete is gebaseerd. De Rechtbank is daarom van oordeel dat de boete geen stand kan houden en moet worden vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 8 december 2015

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2015:7884