Namens belanghebbende is door een administratiekantoor, welke is aangesloten bij het Register Belastingadviseurs, aangifte inkomstenbelasting gedaan over het jaar 2012. In die aangifte zijn niet de door belanghebbende aangehouden Duitse bankrekeningen opgenomen waarop aanzienlijke saldi stonden. De adviseur dacht dat reeds in Duitsland belasting was geheven over de saldi.

De inspecteur heeft verzocht informatie te verstrekken over in het buitenland aangehouden bankrekeningen. Die informatie is verstrekt, waarna de inspecteur een vergrijpboete heeft opgelegd wegens het niet aangeven van de saldi van de Duitse bankrekeningen ten bedrage van € 1.984.622. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat het algemeen bekend is dat vermogensbestanddelen in de aangifte dienen te worden opgenomen en dat dit (voorwaardelijk) opzettelijk niet is gebeurd. De inspecteur heeft een vergrijpboete van 75% opgelegd, zijnde een bedrag van € 16.698.

Naar het oordeel van het Hof is de inspecteur, tegenover de betwisting door belanghebbende, er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat belanghebbende zelf grove schuld kan worden verweten.

Het Hof is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat belanghebbende (en de echtgenoot) het bestaan van de Duitse bankrekeningen verborgen hebben willen houden. Evenmin acht het Hof aannemelijk dat belanghebbende de fiscale gevolgen van de remigratie en de keuze voor een behandeling als binnenlands belastingplichtige volledig heeft kunnen overzien. Belanghebbende is fiscaal niet onderlegd en had ook geen ervaring met de fiscale en andere aspecten die komen kijken bij een remigratie. Juist om die reden heeft belanghebbende een adviseur ingeschakeld, op wiens kennis en kunde vertrouwd mocht worden, zeker nu deze in verband met de kwestie van de remigratie overleg heeft gehad met een externe fiscalist. Evenmin kan van belanghebbende, als belastingplichtige zonder relevante fiscale kennis, worden verlangd dat zij deze niet-alledaagse aangifte voldoende doorgrondt en op juistheid controleert, alvorens deze door de adviseur te laten indienen. Zij mocht zich onder de gegeven omstandigheden ook in zoverre op de fiscale deskundigheid van haar toenmalige adviseur verlaten.

Nu belanghebbende geen grove schuld kan worden verweten is de boete terecht (door de Rechtbank) vernietigd.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2018:10722