Rechtbank Overijsel veroordeelt een advocaat tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden wegens belastingfraude. In totaal gaat het om 52 onjuiste aangiften omzetbelasting in de jaren 2013 tot en met 2021 met een belastingnadeel van in totaal € 178.584. De belastingaangiften waren ingediend ter zake van zijn eenmanszaak, het advocatenkantoor.
Verdachte heeft op zitting een bekennende verklaring afgelegd. De Officier van Justitie vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een 6 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van drie jaar.
De rechtbank gaat mee met de eis van de officier van justitie, ondanks dat de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf straf op zijn plaats zou vinden voor de 52 opzettelijk onjuist ingediende aangiften omzetbelasting. In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank echter mee dat hij door de tuchtrechter is geschrapt en dat hij nog geen strafblad had. Daarnaast acht de rechtbank het van belang dat verdachte alsnog de ontstane belastingschuld aan de Belastingdienst betaalt. Verdachte heeft daarover ter terechtzitting verklaard dat hij in gesprek is met de Belastingdienst over afbetaling van de schuld en dat hij deze in zijn geheel zal voldoen, inclusief de schuld over de jaren waarover geen naheffing meer kan volgen. Gelet hierop acht de rechtbank in dit specifieke geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet meer passend en geboden.
Rb. Overijssel 20 juli 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2885
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2023:2885