Klaagster is met de cliënt van de betrokken accountant verwikkeld in een echtscheidingsprocedure waarin de waardering van de (aandelen in een) BV een belangrijk geschilpunt vormt. Betrokkene is door de cliënt aangezocht als accountant om de aangifte vennootschapsbelasting voor de BV te verzorgen.

Klaagster stelt dat de jaarrekeningen die door de accountant ten behoeve van de BV zijn opgesteld, grove fouten bevat. De klachten van klaagster worden voor het overgrote deel ongegrond verklaard. Volgens de Accountantskamer is evenwel onaanvaardbaar dat de accountant in de door hem opgestelde balans en winst- en verliesrekening een aan klaagster verstrekte lening heeft opgenomen zulks – naar hij ter zitting heeft verklaard – slechts op aangeven van zijn cliënt. Daarbij heeft hij klaagster hierover niet geïnformeerd of geconsulteerd. Ook niet toen hij kennis had genomen van de informatie die klaagster over deze lening heeft verstrekt waaruit niet kan worden afgeleid dat de BV een lening aan klaagster heeft verstrekt. In zoverre is de klacht gegrond.

De accountant heeft ter zitting desgevraagd ook nog verklaard dat hij in de loop van 2014 heeft vernomen dat de door hem opgestelde balans en winst- en verliesrekening van de BV over 2012, door zijn cliënt zijn ingebracht in de echtscheidingsprocedure met klaagster. Daarvoor had de accountant geen toestemming gegeven. Tegen het gebruik van die stukken in de echtscheidingsprocedure heeft de accountant niets ondernomen.  Evenmin heeft hij de Rechtbank en partijen laten weten dat die stukken zonder zijn toestemming in de procedure zijn overgelegd. De Accountantskamer overweegt dat – gelet op de inhoud van het stuk waarom het gaat – de uitkomst van de werkzaamheden uitsluitend is bestemd voor de partij met wie de werkzaamheden zijn overeengekomen. Daarvan uitgaande moet het achterwege laten door de accountant van enige actie naar aanleiding van het zonder zijn toestemming inbrengen van het desbetreffende stuk in een gerechtelijke procedure hem tuchtrechtelijk worden aangerekend.

De Accountantskamer acht in deze klachtzaak de maatregel van een waarschuwing passend en geboden. Daarbij heeft de Accountantskamer enerzijds in aanmerking genomen dat de accountant, wetende dat zijn cliënt in een echtscheidingsprocedure met klaagster was verwikkeld, heeft nagelaten de vereiste zorgvuldigheid te betrachten. Anderzijds is meegewogen dat hij niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld.

Bron

Accountantskamer 1 augustus 2016, ECLI:NL:TACAKN:2016:64

http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2016/ECLI_NL_TACAKN_2016_64?DomeinNaam=accountants%2Cgerechtsdeurwaarders%2Cnotarissen&Pagina=1&ItemIndex=3