Betrokkenen zijn een registeraccountant en een voormalige accountant-administratieconsulent. Beiden waren verbonden aan een accountantskantoor waarvan de registeraccountant mede-eigenaar is.

Voorheen was door de AFM een vergunning aan het accountantskantoor verstrekt om wettelijke controles uit te voeren. Naar aanleiding van het negatieve eindoordeel over het kwaliteitsstelsel van het kantoor heeft de registeraccountant een verbeterplan ingediend. Vervolgens heeft er een hertoetsing plaatsgevonden.

De Raad van toezicht (hierna: ‘de Raad’) heeft in het eindoordeel van de hertoetsing vermeld dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van het kantoor in opzet en werking niet voldoet aan gestelde eisen. De Raad heeft hierbij de registeraccountant tevens meegedeeld klaagster, zijnde de Nba, te zullen adviseren zijn bevindingen ten aanzien van het Nba-domein in de vorm van een klacht aan de tuchtrechter voor te leggen en de AFM te zullen vragen passende maatregelen te treffen ten aanzien van de geconstateerde tekortkomingen binnen het AFM-domein.

Klaagster heeft daarop besloten onderhavige tuchtklacht in te dienen. Naar het oordeel van de Accountantskamer kan van de (mede)beleidsbepaler worden verlangd dat hij steeds zorgt voor een voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing. Alleen de registeraccountant is aangemerkt als (mede)beleidsbepaler. Dit doet echter niet af aan ieders tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid voor tekortkomingen in concrete dossiers, al dan niet als gevolg van tekortkomingen in het stelsel. Tijdens de toetsing door de Raad is tevens gebleken dat er geen dossierinspectie heeft plaatsgevonden op de samenstellingsdossiers.

Betrokkene heeft aangegeven dat hij diverse maatregelen ter verbetering van het kwaliteitsstelsel heeft doorgevoerd. Hij heeft echter geen bewijs geleverd dat deze verbeteringen ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd.

De Accountantskamer is van mening dat betrokkene had kunnen kiezen om de hulp van een professionele, onafhankelijke externe organisatie in te roepen bij het op orde brengen van het kwaliteitsstelsel. Daarnaast is (onder meer als gevolg van het niet op orde zijn van het kwaliteitsstelsel) een veelvoud aan ernstige fouten geconstateerd in vijf dossiers, zowel in de controlepraktijk als in de samenstelpraktijk.

De Accountantskamer heeft de klachten gegrond verklaard en de registeraccountant de maatregel opgelegd van doorhaling in de registers voor een termijn van één jaar. De voormalig accountant-administratieconsulent is dezelfde maatregel opgelegd maar dan voor een periode van drie maanden.

Accountantskamer 25 augustus 2017, ECLI:NL:TACAKN:2017:56

http://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2017/ECLI_NL_TACAKN_2017_56?Pagina=4&ItemIndex=26