Een accountant [betrokkene] zou werkzaamheden verrichten voor 3 BV’s [klaagsters]. Ten behoeve van deze werkzaamheden heeft bij betrokkene bij klaagsters bescheiden opgevraagd. Tegen het eind van het jaar stonden echter nog steeds enkele vragen open. Uiteindelijk worden er verschillende deadlines niet gehaald en heeft betrokkene een vergoeding voor extra werkzaamheden berekend.

Klaagsters stellen dat betrokkene wanprestatie heeft geleverd wegens het niet tijdig uitvoeren van de afgesproken werkzaamheden en het in rekening brengen van meerwerk.

De Accountantskamer stelt dat klaagsters niet aannemelijk hebben gemaakt dat betrokkene deze stukken ten onrechte heeft opgevraagd en ook niet dat zij tijdig alle gevraagde stukken aan haar hebben overgelegd. Betrokkene heeft zich er daarom terecht op beroepen dat zij vanwege het ontbreken van de benodigde stukken haar werkzaamheden niet tijdig heeft kunnen afronden.

Wat betreft het ten onrechte in rekening brengen van meerwerk oordeelt de Accountantskamer eveneens dat de klacht ongegrond verklaart dient te worden. Er is wel een afspraak gemaakt over de verschuldigde bedragen, maar van het niet nakomen daarvan kan betrokkene gezien het oordeel over de eerste klacht geen verwijt worden gemaakt.

De Accountantskamer verklaart de klachten ongegrond.

De Accountantskamer 13 januari 2017, ECLI:NL:TACAKN:2017:4

http://tuchtrecht.overheid.nl/nieuw/accountants/uitspraak/2017/ECLI_NL_TACAKN_2017_4