Klager heeft als curator van betrokkene, een externe accountant, een afschrift van het gehele dossier van een failliet verklaarde onderneming gevorderd. Volgens klager is betrokkene daartoe verplicht op grond van art. 7:403, tweede lid, BW.

De betrokkene heeft zich op het standpunt gesteld dat tuchtrechtelijk noch anderszins voor hem een rechtsplicht bestaat op grond waarvan hij klager in het kader van zijn onderzoek naar de mogelijke civielrechtelijke aansprakelijkheid, de verzochte informatie behoorde te verstrekken. Volgens betrokkene had klager zelf eerst een begin van onderzoek daarnaar moeten doen. Als die rechtsplicht wel zou bestaan, dan kan naleving daarvan alleen door de civiele rechter worden opgelegd, aldus betrokkene.

De Accountantskamer neemt tot uitgangspunt dat de tekst van artikel 7:403, tweede lid, BW geen grondslag biedt voor een algemene en onbeperkte verantwoordingsplicht van een accountant als opdrachtnemer in de vorm van het afgeven van (afschriften van) stukken uit zijn dossier aan zijn opdrachtgever. Of een accountant gehouden is tot het verstrekken van stukken is afhankelijk van de aard van de werkzaamheden die zijn verricht ter uitvoering van de opdracht, de deskundigheid van de opdrachtgever en van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval.

Eventuele tekortkomingen door de accountant zijn door klager nooit onderbouwd. Daarmee heeft hij onvoldoende duidelijk gemaakt welk belang hij had bij de verzochte stukken. Dit neemt volgens de Accountantskamer niet weg dat een accountant bereid moet zijn aan zijn opdrachtgever en aan de curator in het faillissement van die opdrachtgever op diens verzoek in algemene zin informatie te verstrekken over de door hem ter uitvoering van zijn opdracht verrichte werkzaamheden. Opmerking verdient dat een verplichting zoals hiervoor geformuleerd ook bestaat indien een verzoek om informatie de suggestie van een schadeclaim wegens een tekortkoming behelst, al is in dat geval het betrachten van enige terughoudendheid zeker verdedigbaar. Nu betrokkene zich niet tot enige wijze van verantwoording afleggen bereid heeft getoond is de klacht in zoverre gegrond.

Voor het opleggen van een maatregel bestaat in deze zaak geen aanleiding, omdat betrokkene in het verweerschrift alsnog bereid is geweest informatie te verschaffen.

Bron:
Accountantskamer 26 april 2016, ECLI:NL:TACAKN:2016:33

http://tuchtrecht.overheid.nl/nieuw/accountants/uitspraak/2016/ECLI_NL_TACAKN_2016_33