De door een aandeelhouder in de jaarrekening opgenomen privékosten hebben de accountant geen aanleiding gegeven om hier nadere vragen over te stellen. Daarnaast heeft deze accountant toegestaan dat de jaarrekening slechts door één van de aandeelhouders is ondertekend. Dit leidt tot een berisping door de Accountantskamer.

De betreffende accountant heeft de jaarrekening van 2019 van een BV samengesteld en deze in een bespreking met slechts één van de twee aandeelhouders laten ondertekenen. De niet-aanwezige aandeelhouder heeft later dat jaar aan de accountant vermeld dat er ten onrechte privé-uitgaven in de jaarrekening terecht zijn gekomen en dat hij niet is geïnformeerd over de bespreking van deze jaarrekening. Dit leidt uiteindelijk tot een klacht van de destijds afwezige aandeelhouder bij de Accountantskamer.

De Accountantskamer constateert allereerst dat er niet conform de wettelijke voorschriften is gehandeld. De accountant heeft gezien dat door slechts één aandeelhouder voor beide aandeelhouders is getekend. Daarbij heeft hij niet geverifieerd of de andere aandeelhouder akkoord was met de jaarrekening. Door dit te laten gebeuren en niet aan te dringen op een adequate afhandeling heeft de accountant gehandeld in strijd met het beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Verder oordeelt de Accountantskamer dat een factuur voor een reis van vijf personen naar New York als zakelijke, diverse abonnementen op tijdschriften, tuinonderhoud en dure wijnen als kosten zijn verantwoord. De betreffende accountant verzorgde niet de boekhouding, maar kreeg deze aangeleverd. Hij informeerde bij de samenstelwerkzaamheden naar de zakelijkheid van de verantwoorde kosten, maar zag geen aanleiding om door te vragen of meer onderzoek te doen. Hij kende de partijen en de situatie in 2019 week niet af van eerdere jaren. Over de reis naar New York verklaart de accountant dat zijn vrouw ook voor de onderneming werkte en dat er diverse relaties van de onderneming bij de marathon van New York aanwezig waren, waaraan de aandeelhouder zelf ook deelnam.

De Accountantskamer is van oordeel dat de accountant met deze uitleg geen genoegen had mogen nemen, des te meer nu de kosten tevens betrekking hadden op de kinderen van de aandeelhouder. De Accountantskamer erkent dat een samenstellingsopdracht niet betekent dat alle verschafte informatie geverifieerd dient te worden, maar desondanks heeft de accountant de kostenpost niet goed geïdentificeerd en onvoldoende erop doorgevraagd. Daarnaast had de onbevredigde uitleg aanleiding moeten zijn geweest om ook over andere kostenposten nadere vragen te stellen. Gelet hierop heeft de accountant onvoldoende blijk gegeven van een professioneel-kritische instelling en is dit klachtonderdeel gegrond.

De Accountantskamer legt aldus aan de accountant een maatregel van berisping op, vanwege het schenden van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

Accountantskamer 20 september 2021, 21/125 Wtra AK