Het OM (hierna ook: klager) verwijt een notaris dat hij bij de levering van een woning in 2010, onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de rechtmatigheid van de transactie en herkomst van de gelden. In eerste aanleg werd klager in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard omdat de vervaltermijn van 3 jaar reeds was verstreken bij het indienen van de klacht (art. 99 lid 15 Wet op het notarisambt, hierna: Wna). In hoger beroep toetst het Hof of klager voldoende belang heeft om een klacht in te stellen en of de vervaltermijn is overschreden.

Volgens art. 99 lid 1 Wna kan een ieder die daarbij ‘enig redelijk belang’ heeft een klacht in-dienen. Dit kan een direct of indirect belang zijn. Indien het belang van het OM bij de handha-ving van beroepsnormen gericht is op het voorkomen van criminaliteit heeft deze ‘enig redelijk belang’. Bij samenloop met strafrechtelijke vervolging geldt dat het OM geen redelijk belang heeft indien de klacht en strafrechtelijke vervolging betrekking hebben op hetzelfde gedrag. Bijvoorbeeld wanneer beide betrekking hebben op niet doen van een Wwft-melding. Dit neemt niet weg dat wanneer een derde, zoals de KNB of het BFT een eigen belang heeft, hierover zou kunnen klagen.

In casu is geen sprake van samenloop met een strafrechtelijke vervolging en heeft klager een belang bij de handhaving van beroepsnormen en regels voor het notariaat. De notaris speelt een belangrijke rol in vastgoedtransacties en kan dus ook betrokken zijn bij transacties waar gelden worden witgewassen.

Wat betreft de klacht ten aanzien van de vervaltermijn overweegt de Accountantskamer dat een klacht dient te worden ingesteld binnen drie jaar nadat kennis is genomen van het handelen of nalaten dat tot een tuchtrechtelijke maatregel kan leiden. De onderhavige klacht heeft betrekking op de onderzoeksplicht van de notaris en vangt aan vanaf het tijdstip dat het OM kennis heeft verkregen van het onderzoek tegen de notaris. Een melding van een ongebruike-lijke transactie door de FIU is bijvoorbeeld onvoldoende. De termijn zal aanvangen na het moment dat het OM de onderliggende gevorderde gegevens heeft ontvangen, omdat daarin voldoende informatie zal zijn vastgelegd omtrent de gedragingen van de notaris. Dit in tegen-stelling tot de Accountantskamer in eerste aanleg die uitging van het moment waarop het on-derzoek tegen de notaris is gestart.

Klager heeft op 19 maart 2012 de gevorderde gegevens over de transacties ontvangen van de notaris. Het is niet gebleken dat klager al eerder kennis had van het onderzoek waardoor de termijn is aangevangen op 19 maart 2012. De klacht is derhalve tijdig ingediend. Tot zover is slechts aandacht besteed aan de ontvankelijkheid van de klager en niet aan de handelingen van de notaris. Het Hof stelt de partijen in de gelegenheid om hier inhoudelijk op te reageren en houdt de beslissing aan.

Bron:
Gerechtshof Amsterdam, 17 mei 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:1953

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHAMS:2016:1953