De verdenking komt er op neer dat verdachte – al dan niet als feitelijk leidinggever – opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting heeft ingediend, de formulieren ‘opgaaf omzetbelasting intracommunautaire leveringen/prestaties’ valselijk heeft opgemaakt, facturen heeft vervalst door in strijd met de waarheid op te nemen dat sprake is van 0% BTW alsook door te vermelden dat er goederen waren geleverd.

Uit onderzoek bij afnemers is gebleken dat zij facturen van ondernemingen, waarvan verdachte 100% aandeelhouder en bestuurder was, ontvingen voor leveringen met daarop vermeld een bedrag aan omzetbelasting. In de administratie van de ondernemingen van verdachte bevonden zich echter facturen die zagen op dezelfde levering maar dan met een andere buitenlandse afnemer voor hetzelfde totaalbedrag, maar zonder omzetbelasting. Op deze laatst genoemde facturen stond vermeld dat de leveringen in het buitenland, binnen de EU, hadden plaatsgevonden. Deze leveringen werden vervolgens aan de Belastingdienst doorgegeven als zijnde leveringen die vallen onder het 0% tarief. Hierdoor werd voor deze leveringen van goederen ten onrechte geen omzetbelasting aangegeven en afgedragen aan de Belastingdienst.

De Rechtbank is van oordeel dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift door valse facturen op te maken. Hiermee heeft verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer pleegt te worden gesteld in schriftelijke stukken met bewijsbestemming.

Daarnaast heeft verdachte zich naar het oordeel van de Rechtbank schuldig gemaakt aan forse belastingfraude. Doordat de prestaties zijn doorgegeven aan de Belastingdienst op basis van valselijk opgemaakte facturen, is ten onrechte te weinig omzetbelasting betaald. Verdachte heeft op zeer verwijtbare wijze bevorderd, dat gelden die ten bate van de samenleving hadden kunnen worden aangewend, niet werden afgedragen. Het strafbare handelen heeft zich gedurende een aantal jaren voorgedaan. Daarnaast heeft verdachte geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn fouten en heeft hij iedere verantwoordelijkheid afgeschoven op zijn ondergeschikte. De Rechtbank rekent dit verdachte aan.

Het fiscale nadeel bedraagt ongeveer € 800.000. De Rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 24 maanden.

Rechtbank Overijssel 2 november 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:4090

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2017:4090