Aan verdachte is onder meer tenlastegelegd dat hij opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting bij de Belastingdienst heeft ingediend, waarbij valse facturen als onderbouwing voor de opgevoerde voorbelasting werden gebruikt.

Het Hof is van oordeel dat verdachte in de jaren 2005 tot en met 2008 €2.430.924 aan omzetbelasting heeft teruggevraagd ter zake van investeringen in onder meer een nieuwe stal en machines. Omdat dit niet in verhouding stond tot de opbrengst van de verkoop van het bedrijf in 2008 (€ 1.8500.000) heeft de Belastingdienst een onderzoek ingesteld, waaruit is gebleken dat er geen nieuwe stal was gebouwd op het terrein en evenmin overige (grote) investeringen hadden plaatsgevonden. Bij controle van de aan de teruggaven ten grondslag liggende facturen, bleek dat de facturen vals waren.

De teruggaven zijn gestort op een ABNAMRO rekening op naam van verdachte. Vervolgens zijn er grote geldbedragen overgemaakt naar verschillende personen, onder wie een medeverdachte die ook is betrokken bij de strafzaak.

Het Hof is van oordeel dat verdachte samen met zijn medeverdachte opzettelijk valse facturen heeft ingediend bij de Belastingdienst, terwijl beiden van de daaruit voortvloeiende belastingteruggaven hebben geprofiteerd. Verdachte heeft voor die teruggaven welbewust een nieuwe bankrekening geopend, zodat zijn accountant noch zijn toenmalige echtgenote inzicht hadden in de gang van zaken.

Verdachte heeft naar het oordeel van het Hof met zijn handelen de Belastingdienst en daarmee de Staat en de samenleving voor een zeer aanzienlijk geldbedrag benadeeld, kennelijk uitsluitend met als doel zijn eigen persoonlijk gewin. Verdachte heeft in een aantal jaren ten onrechte meer dan 2 miljoen euro omzetbelasting teruggevraagd, waaraan pas een einde is gekomen na controle door de Belastingdienst. Het Hof neemt verdachte in het bijzonder kwalijk dat hij zeer ‘listig’ heeft gehandeld door het ter beschikking stellen van valse facturen aan de Belastingdienst en het – ook in hoger beroep – tegen de klippen op ontkennen van zijn betrokkenheid bij de fraude.

Alles afwegende veroordeelt het Hof verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 29 maanden. De medeverdachte is tot een gelijke straf veroordeeld door het Hof.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 juli 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5999

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 juli 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5998

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2017:5999

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2017:5998